Op 5 februari spraken De Vrienden van de Rembrandtbrug met wethouder Laudy. In een open dialoog werd besproken hoe de ruimte voor participatie groter kan, en welke lessen de Gemeente en de Vrienden kunnen leren. Ook deed de wethouder een toezegging over de kleur van de ijzeren poppenleuningen.
Het volledige verslag van het gesprek vindt u hieronder, en in deze pdf.
Verslag gesprek d.d. 5 februari 2018 bij Wethouder Laudy
Aanwezig: Wethouder Laudy, vrienden van de Rembrandtbrug; Albert Kingma, Arie in ’t Veld, Marco Vermij, Simone Robbers, Nicole Zwarts (verslag)
Aanleiding voor de uitnodiging door wethouder Laudy was het verzoek van de vrienden van de RBB tijdens de manifestatie op 19 januari jl. om nog eens over de participatie en besluitvorming te spreken.
De vrienden geven aan te willen spreken over hun ‘3 P’s’; Proefvlakken, Participatie en Poppenleuningen.
De wethouder geeft aan dat er m.b.t. de beslissing van de kleurkeuze geen ruimte meer is of participatie mogelijk is omdat het besluit past in het benadrukken van het historisch karakter van Leiden.
Hij wil wel praten over het proces omdat dit ook een leerproces is voor de gemeente en een thema is dat heroverweging nodig heeft.
Volgens de wethouder zijn er wel gesprekken geweest over de kleur van de Rembrandtbrug.
Reactie van de vrienden is dat er sinds 2016 één gesprek is geweest met mevrouw Roscher van Erfgoed en één gesprek met de heer Laudy. Verdere contacten met de diverse betrokkenen van de gemeente zijn steeds vanuit de vrienden geïnitieerd om antwoord te krijgen op hun vragen. Dit kunnen niet gesprekken of discussies worden genoemd.
Alle informatie over de brug hebben de vrienden via de media of andere kanalen moeten vernemen. Ook het feit dat er schijnbaar al eerder was besloten tot een lichtere variant van de kleuren die als proefvlakken op de RBB zijn aangebracht is via de media na het ‘inspreken’ ter ore gekomen.
Het had iedereen veel tijd en frustratie gescheeld als hierover met betrokkenen was gecommuniceerd.
De wethouder onderschrijft dit gevoel en geeft aan dat in het geval van nieuwe projecten er veel participatie en inspraak mogelijk is maar dat het in dit geval om onderhoud gaat en dat daarbij geen participatie- of inspraakprotocollen zijn. Pas wanneer er erg veel reacties en signalen vanuit de omgeving komen, besteedt de Gemeente aandacht aan protesten.
Dit is een thema waarmee de wethouder aan de slag wil en dit is een leerproces.
De vraag is bijvoorbeeld altijd, wanneer in het proces moet er inspraak zijn; vroeg of laat in het proces.
De vrienden geven aan dat ze na lang vragen en zoeken een besluit hebben kunnen vinden dat zegt dat er geld ter beschikking wordt gesteld voor het doen van historisch kleurenonderzoek op bruggen. Over de reikwijdte is geen besluit te vinden, of men wil dit niet met de vrienden delen.
De vrienden hebben ook herhaaldelijk de veiligheid van het niveauverschil in het vloervlak van de brug aan de orde gesteld. Maar dit is door betrokken ambtenaren genegeerd of als niet relevant afgedaan.
In het kader van het historische karakter van Leiden blijft de Gemeente vasthouden aan taan omdat dit historisch verantwoord is.
De vrienden zijn het hier niet mee eens en vragen zich af waarom de kleur Bentheim die op de Morspoortbrug is aangebracht geen historische variant zou kunnen zijn, als taan toch aan historische willekeur onderhevig zou zijn.
De vrienden vragen nogmaals om het aanbrengen van proefvlakken op de Rembrandtbrug. Niet alleen met RAL1014, maar ook Bentheim zodat er een reëel beeld komt van het effect en de kleur op de brug. De wethouder geeft aan dit met ‘Beheer’ op te zullen nemen.
Tot slot kwam ook het besluit om de ijzeren ‘poppenleuningen’ zwart te verven aan de orde. Ook dit zou passen in het kader van de historisering van Leiden.
De vrienden van de RBB geven aan dat dit streven om Leiden terug te brengen in de historische kleuren misschien te ver gaat als dit de aantrekkelijkheid van de stad NIET ten goede komt maar juist voor versombering zorgt.
De brugleuningen waren ooit zwart omdat men de kennis en het materiaal nog niet had om gietijzer op een andere manier te conserveren; niet omdat het mooi of aantrekkelijk zou zijn. Veranderingen zouden toch een verbetering of innovatie van de stad moeten zijn?
De wethouder geeft aan dat de poppenleuningen bij de Rembrandtbrug volgens het besluit zwart zullen worden, maar belooft dat dit een pilot zal zijn voordat alle poppenleuningen in de hele stad zwart zullen worden. En dat deze kleur geëvalueerd wordt. Wanneer dit geen succes blijkt, zal het zwart weer terug geverfd worden naar wit.
De vrienden van de Rembrandtbrug vinden dit een heel mooi voorstel en hopen/verwachten dat betrokken burgers van Leiden tegen die tijd ook inspraak krijgen in het uiterlijk van hun stad.